Ellemeet:
val, 1925, steenmeteoriet, achondriet type Diogeniet (synoniemen: "Serooskerke")
De Ellemeet, een
val van
tenminste twee fragmenten, vond plaats op 28
augustus 1925
tussen 11 en 12 uur lokale tijd op het Zeeuwse eiland
Schouwen.
Net
als de Utrecht viel ook deze meteoriet tijdens zijn val door
de
atmosfeer uit
elkaar in meerdere stukken. Volgens de getuigen klonken vanuit de
lucht gierende geluiden (luid genoeg om paarden en koeien
onrustig te maken), als van neervallende projectielen, gevolgd
door het geluid van een inslag. Een ooggetuige zag een 970 gram
zwaar, ruwweg 10 cm groot fragment van de meteoriet neerkomen in
een wei in het Prunjebevang (het laagste deel van Schouwen) nabij Ellemeet, eigendom
van een meneer L.R.B.: dit fragment sloeg een inslagput van een halve
meter
diepte.
Ongeveer 1.5 tot 2 kilometer ten noordwesten
van de
eerste inslag lokatie kwam een tweede ongeveer 500 gram zwaar
fragment neer, en sloeg daarbij een inslagput van ongeveer 40 cm
diepte. De meteoriet is
zeer broos. Het deels met smeltkorst bedekte fragment viel
daardoor kort na de berging uiteen in meerdere brokken. Deze
brokstukken werden door A.P. van der Weijde voor onderzoek opgestuurd
naar het KNMI. Ze bevinden zich thans in de collectie van de
Universiteit van Utrecht. In 1927 zond W.L. van der Linde,
hoofdmeester van de dorpsschool van Serooskerken, een fragment van de
tweede neergekomen steen naar prof. A. Nijland in Utrecht. Dit fragment
is ook wel bekend onder het
synoniem
"Serooskerke". Het raakte in de vergetelheid maar dook weer op in 2009,
en bevindt zich thans in de Utrechtse
museum-sterrenwacht Sonnenborgh. Dit fragment
werd in de nacht van 18 op 19 augustus 2014 bij een inbraak in de
sterrenwacht gestolen. Op 21 augustus werd ze weer terug gevonden,
achtergelaten in een tas naast een tennisbaan. Helaas was ze zwaar
beschadigd. De oorspronkelijk bijna 8 cm grote steen is in een groot
aantal kleinere fragmenten gebroken.
Het in augustus 2014 bij een inbraak op de Utrechtse museumsterrenwacht Sonnenborgh gestolen en enkele dagen later in stukken gebroken weer teruggevonden fragment van de Ellemeet, de "Serooskerken". Boven vóór de diefstal, onder er ná (foto's: Museum/sterrenwacht Sonnenborgh, Utrecht) De
bij de val behorende vuurbol is door één ooggetuige beschreven
(als: "een gouden ei met een gouden pijl", vermoedelijk
een vuurbol met een korte wake): hij vermeldt ook de
zichtbaarheid van een dun stofspoor.
De Ellemeet is een steenmeteoriet van
het zeldzame achondriet type. Het is een tot de
HED-groep
behorende Orthopyroxeen, een cumulaat uit een magmatische basalt
geklassificeerd als een Diogeniet, de meest
zeldzame
klasse binnen de HED-groep waarvan er wereldwijd maar een
dertigtal gevonden zijn. De Ellemeet onderscheidt zich binnen de
Diogenieten door dat ze een vrij hoog Fe,Ni aandeel heeft (0.8 vol%)
en vrij veel Troiliet (FeS) bevat (3.3 vol%). Ook bevat de
Ellemeet een enkele donkere koolstofhoudende clast met een
samenstelling overeenkomend met CR chondrieten (zie Zolensky et
al. 1996). Dit soort clasts zijn eerder aangetroffen in
sommige polymicte Eucrieten en Howardieten, maar de Ellemeet is
tot nog toe de enige Diogeniet met een dergelijke clast. Het
betekend dat de Ellemeet Diogeniet strikt genomen een polymicte
breccia is. De clast moet in het Orthopyroxeen ingebed zijn toen
het oorsprongsgesteente deel uitmaakte van een, door inslagen
blootgelegde, oppervlaktelaag op het moederlichaam (het
Orthopyroxeen is oorspronkelijk dieper in het moederlichaam
uitgekristalliseerd, het is een plutonisch gesteente), en de
clast zelf moet afkomstig zijn van de inslag van een CR-achtige
meteoriet op het moederlichaam van de Ellemeet.
De
cosmic exposure age van de Ellemeet is door Welten et al.
bepaald op 23.7 ± 1.0 miljoen jaar: zo’n 24 miljoen jaar
geleden is de Ellemeet zelf dus door een inslag op het
moederlichaam vrijgekomen.
Van meteorieten uit de HED-groep (Howardieten,
Eucrieten en Diogenieten), zoals de Ellemeet, wordt vanwege de
overeenkomende spectra tegenwoordig
gedacht dat het mogelijk brokstukken van de planetoide 4 Vesta
zijn: op 28 augustus 1925 trof dus wellicht een
brokstukje van de
planetoide Vesta Nederland!
Samples (Grady, 2000):
918 g, Univ. Utrecht (main mass); 18g, Inst. Meteoritics, Univ.
New Mexico, Albuquerque, VS; 15 g, British Mus. Nat. Hist.,
Londen, GB; 12.6 g, Mus. Nat. Hist., Humboldt Univ., Berlijn, D;
5.8 g, US Nat. Mus., Washington, VS; 2.5 g, Am. Mus. Nat. Hist.,
New York, VS; 1 g, Max Planck Inst., Mainz, D.
De Ellemeet
meteoriet is
waarschijnlijk een brokstukje van de planetoide 4 Vesta,
hier
twee maal gefotografeerd door de auteur van deze website met een
f1.8/50mm lens in 1992.
Het Vaderland, Staat- en
Letterkundig Nieuwsblad, 2 Sep 1925, ochtendeditie
Bibliografie:
L.E. Bowman et
al., Meteoritics & Planetary Science
32 (1997),
869-875.
M. Grady, Catalogue
of Meteorites (5th edition, 2000).
Cambridge Univ. Press.
W. Nieuwenkamp, Proc.
Kon. Ned. Acad. Wetenschappen XXX (1927), 274-276.
W. Nieuwenkamp, Verslag.
der afdeeling Natuurkunde, KNAW, XXXVI (1927), 625-628.
J.J. Papike (ed.),
Planetary Materials (= Reviews in
Mineralogy 36 (1998)).
K. Stevens, Zenit
11 (1984), 314-319.
K.C. Welten et
al., Meteoritics & Planetary Science
32 (1997),
891-902. Wielinga R, GEA maart 2013, 8-9.
M.E. Zolensky et
al., Meteoritics & Planetary Science
31 (1996),
518-537.
Het
Vaderland, Staat- en Letterkundig Noeuwsblad, 2 september
1925 (ochtendeditie)
Het
Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië, 10 october
1925.
|