Uden: val, 1840, steenmeteoriet, chondriet subtype LL7
   

UdenDe Uden viel op 12 juni 1840, tussen 10 en 11 uur lokale tijd, in de gemeenschappelijke turfpeel van Uden in Noord Brabant bij een plaats genaamd Het Staartje. Het weer was helder en zonnig, "uitgenomen eene kleine donkere wolk aan de noordzijde der zon" (mogelijk het ablatiespoor van de meteoriet). Een groepje van zeven personen bestaande uit Nicolaas Denissen, Hendricus van Gerven, Johannes van Gerven, Martinus van de Vondervoort, Arnoldus Verwegen, Antonie van Dijk en Hendricus van der Heijden was op dat moment aan het werk in de peel. Zij hoorden een "zacht, van oogenblik tot oogenblik toenemend geschuifel, dat, na eenige secunden, met eenen zwaren slag of neerploffing eindigde". Op 15 to 20 meter afstand van de peelwerkers kwam een voorwerp met een klap op een zandweggetje neer, wierp een stofwolk op en sloeg een ondiepe cirkelvormige inslagkuil één tot anderhalve palm (10 tot 15 cm) diep. Landbouwknecht Martinus van de Vondervoort stond het dichtst bij de inslag: de steen kwam op slechts 5 meter afstand van hem neer.

De meteoriet, "zeven onsen en een lood Nederlandsch" (ongeveer 710 gram of 0.71 kg) zwaar, was volgens het ooggetuigenrapport toen men hem na de inslag met een schep uitgroef nog zo heet dat men hem nauwelijks vast kon houden. De geheel van smeltkorst voorziene meteoriet werd na de val meegenomen door Nicolaas Denissen en enige tijd tentoongesteld in zijn herberg te Volkel. Daar werd door bezoekers van de herberg een stuk van de meteoriet afgeslagen. 

Jan Baptist van Erp, gemeentesecretaris van de gemeente Zeeland in Noord Brabant, hoorde van de steen en stelde de ooggetuigenverslagen op schrift. Hij verkreeg de steen van Denissen en bood hem aan aan de gouverneur van Noord Brabant, Baron A.J.L van den Bogaerde van ter Brugge, die hem aan het bestuur van het Provinciaal Genootschap in Noord-Braband schonk. Tegenwoordig maakt de meteoriet deel uit van de collectie van het Nationaal Natuurhistorisch Museum in Leiden.

De meteoriet is een steenmeteoriet van het type chondriet, LL groep, petrologisch type 6 of 7: een chondritische "gewone" steenmeteoriet met een laag ijzergehalte en laag aandeel metallisch ijzer, ingedeeld in de hoogste klasse van metamorphose. Mineralogie en bijzonderheden: Fa30.3, Fs24.0, Wo3.1, breccieus, shock blackened. 

Vanwege de hoge graad van metamorphose is de meteoriet door Heyse ingedeeld in de informele, niet algemeen geaccepteerde klasse "LL7". De Uden is daarmee één van de wereldwijd slechts 23 als LL7 geklassificeerde meteorieten, en samen met de kleine, slechts 3.8 gram zware Crocker’s Well chondriet uit Australië de enige niet-Antarctische, niet-Sahara meteoriet in deze klasse. Het is de enige waargenomen val van dit type (alle andere LL7 meteorieten zijn vondsten).

Samples (Grady, 2000): 579 g, Nat. Nathist. Museum, Leiden (main mass); 66 g, US Nat. Mus., Washington, VS; 6.3 g, Arizona State Univ., Tempe, VS; 5.6 g, Univ. Tübingen, D; 3.3 g, Nat. Mus., Budapest, H; 3 g, Field Mus. Nat. Hist, Chicago, VS.

 

Bibliografie:

M. Grady, Catalogue of Meteorites (5th edition, 2000). Cambridge Univ. Press.

G. R. Hermans: Berigt wegens eenen metëoorsteen of aërolieth, den 12 junij 1840 te Uden, uit de lucht gevallen.
In: Geschiedkundig Mengelwerk over de Provincie Noord-Braband, deel II (1841), 107-111.

J.J. Papike (ed.), Planetary Materials (= Reviews in Mineralogy 36 (1998)).

K. Stevens, Zenit 11 (1984), 314-319.

R. Van Rees, Annalen der Physik und Chemie LIX (1843), 348-350.

E.H. Von Baumhauer, Annalen der Physik und Chemie LXVI (1845), 465-503.

E.H. Von Baumhauer & F. Seelheim, Annalen der Physik und Chemie CXVI (1862), 184-188.

Herziene tekst (c) 2012 Marco Langbroek